maandag 31 december 2018
om 19.30 uur
Augustinitsjerke
Voorganger(s): Ds. Th. Oomens, Burum
Organist: Aan de Haan
Beamer: Anneke Zwart
Collecte: Diaconie en Kerk
Bloemen: Inloggen
Lied voor de dienst: Lied : 107: 1, 4 en 7. Gods goedheid houdt ons staande.
Orde van dienst
Voorbereiding:
-welkom en mededelingen
-aanvangslied: psalm 121
-bemoediging, groet en drempelgebed
-inleidende woorden
-loflied: 468
Dienst van het Woord:
-gebed
-eerste schriftlezing: Exodus 29, 1-9
De Heer zei tot Mozes:
En dit is wat je aan Aäron en zijn zonen zult doen om hem te heiligen om priester voor mij te zijn: neem een stier, het jong van een rund en twee rammen, zonder gebrek. En neem ongezuurd brood, ongezuurde koeken overgoten met olijfolie en ongezuurde wafels gezalfd met olie, alles van fijn tarwebloem. En die zul je in éénzelfde mand leggen en ze in de mand naderbij brengen, ook het stiertje en de twee rammen. Dan zul je Aäron en zijn zonen naderbij brengen bij de ingang van de tent-van-samenkomst en je zult hen wassen met water. Dan zul je de gewaden nemen en Aäron de mantel aantrekken, het bovenkleed voor de efod, de efod zelf en het borstschild. De efod zul je hem ombinden met de kunstige gordel van de efod. Op zijn hoofd zul je de tulband zetten en dan óp de tulband de heilige kroon. Dan zul je de olie voor de salving nemen en die uitgieten op zijn hoofd, je zult hem zalven. Ook Aärons zonen zul je naderbij brengen en je zult hen bekleden met mantels. Je zult hen met een gordel omgorden, Aäron en zijn zonen; de hoofddeksels zul je hen ombinden. Het priesterschap zal voor hen tot een eeuwige instelling zijn en je zult Aäron en zijn zonen gezag geven.
-zingen: psalm 90 vers 1, 2 en 8
-tweede schriftlezing: Lucas 2, 21
-lofzingen: 339a
-preek
-belijdenislied: 534
Dienst van gebeden en gaven:
-dankgebed, voorbeden en ‘Onze Vader’
-collecte
-slotlied: 511 op de wijs van psalm 110!
Zending en zegen.
|