De bét (beet) in de schikking is iets schuin naar boven gekeerd als symbool van: Richt je op God, richt je leven op het Licht en laat dit Licht schijnen in je huis. Daarvoor is het soms nodig een andere weg in te slaan, zo zegt Johannes. De rode doek verbeeldt die weg. De amaryllisbloemen hangen op de kop, om uit te drukken: kom tot inkeer, richt je op het Licht!
In de woestijn klinkt een stem, roept tot ons: Maak de paden recht,dicht de kloven, maak kromme wegen recht. Dan zal je zien de Eeuwige die redding brengt.
|