Maria en Elisabet ontmoeten elkaar, beiden dragen nieuw leven in zich. Elisabet voelt het bijzondere van Maria’s kind en zegt:
Gezegend is de vrucht van je schoot!
Maria antwoordt met een lofzang op de Heer.
Het Licht begint door te breken in deze ontmoeting.
De zuidenwindlelies in de schikking buigen naar elkaar toe om de ontmoeting uit te drukken.
De witte rozen verbeelden de ongeboren kinderen van Elisabet en Maria.
De granaatappels zijn vanwege de 365 zaden symbool van vruchtbaarheid.
God wil bij mensen wonen, klein en kwetsbaar. Elisabet voelt het, Maria ziet het.
Zij huiveren van ontroering om het leven in hun schoot.
Zie, het Licht komt het huis van de wereld binnen.
|