| 						
							 
								
								
							 
							
								zondag 22 augustus 2021
								 om 9.30
							
							Augustinitsjerke 
							Voorganger(s): Ds. Guda Borger  Surhuizum 
							
							
									
									
							Thema: Vestig je hoop op God 
 
 
Voorzang: Lied 218 : 1, 4 en 5 Dank U voor deze nieuwe morgen 
 
Welkom en afkondigingen 
 
Aanvangslied: Lied 280 : 1, 4 en 5 De vreugde voert ons naar dit huis 
 
Stil gebed - bemoediging - groet 
 
Zingen: Lied 195 (Klein Gloria) Ere zij de Vader 
 
Openingstekst: Psalm 42 : 6 
Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. 
Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. 
 
Gebed 
 
Lied via YouTube: U bent die U bent (machtiger dan een koning, of een president) 
https://www.youtube.com/watch?v=m1tPfpV6BEQ 
 
Eerste Schriftlezing: Psalm 40 : 1 - 12 
[1] Voor de koorleider. Van David, een psalm. 
 
[2] Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht 
en Hij boog zich naar mij toe, 
Hij heeft mijn roep om hulp gehoord. 
[3] Hij trok mij uit de kuil van het graf, 
uit de modder, uit het slijk. 
Hij zette mij neer op een rots, 
een vaste grond voor mijn voeten. 
 
[4] Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, 
een lofzang voor onze God. 
Mogen velen het zien vol ontzag 
en vertrouwen op de HEER. 
 
[5] Gelukkig de mens 
die vertrouwt op de HEER 
en zich niet keert tot hoogmoedigen, 
tot hen die verstrikt zijn in leugens. 
 
[6] Veel wonderen hebt U verricht, 
veel goeds voor ons besloten, 
HEER, mijn God. 
Niemand is te vergelijken met U! 
Wil ik erover spreken, ervan verhalen, 
het is te veel om op te sommen. 
 
[7] Offers en gaven verlangt U niet, 
brand- en reinigingsoffers vraagt U niet. 
Nee, U hebt mijn oren voor U geopend 
[8] en nu kan ik zeggen: ‘Hier ben ik, 
over mij is in de boekrol geschreven.’ 
[9] Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, 
diep in mij koester ik uw wet. 
 
[10] Wanneer het volk bijeen is, 
spreek ik over uw rechtvaardigheid, 
ik houd mijn lippen niet gesloten, 
U weet het, HEER. 
[11] Ik zwijg niet over uw goedheid, 
maar getuig van uw trouw en uw hulp. 
In de kring van het volk verheel ik niet 
hoe liefdevol, hoe trouw U bent. 
 
[12] U, HEER, 
U weigert mij uw ontferming niet, 
uw liefde en uw trouw 
zullen mij steeds bewaren ... 
 
Zingen: Lied 912 : 1, 2 en 3 Neem mijn leven, laat het Heer 
 
Tweede Schriftlezing: 1 Tessalonicenzen 4 : 1 en 9 - 14 en 5 : 4 - 11 
 
4 [1] Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. 
 
[9] Over de onderlinge liefde hoeven wij u niets te schrijven, want u hebt zelf van God geleerd hoe u in liefde met elkaar moet omgaan. [10] U doet dat al met alle gelovigen in heel Macedonië, maar, broeders en zusters, wij sporen u aan het nog veel meer te doen [11] en er een eer in te stellen in alle rust uw eigen zaken te behartigen en uw eigen brood te verdienen. Dat hebben wij u opgedragen, [12] opdat u een eerzaam leven zult leiden in de ogen van hen die niet tot de gemeente behoren, en u van niemand afhankelijk bent. 
[13] Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. [14] Want als wij geloven dat Jezus is gestorven én is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf. 
 
5  [4] U, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, [5] want u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, [6] dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn. [7] Wie slaapt, slaapt ’s nachts, en wie zich bedrinkt, is ’s nachts dronken; [8] maar laten wij, die toebehoren aan de dag, op onze hoede zijn, omgord met het harnas van geloof en liefde, én getooid met de helm van de hoop op redding. [9] Want Gods bedoeling met ons is niet dat wij veroordeeld worden, maar dat wij gered worden door onze Heer Jezus Christus. [10] Hij is voor ons gestorven opdat wij, of we nu op aarde zijn of gestorven zijn, samen met Hem zullen leven. [11] Dus troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld, zoals u trouwens al doet. 
 
Zingen: Lied 751 : 1, 3 en 4 De Heer verschijnt te middernacht 
 
Uitleg en verkondiging 
 
Zingen: Lied 340B (Apost. Geloofsbelijdenis) Ik geloof in God, de Vader 
 
Dank- en voorbeden 
 
Slotlied: Lied 838 : 1, 2, 3 en 4 O grote God die liefde zijt 
 
Zegen 
Zingen: Amen, amen, amen 
 
 
  
							 |