PKN
Protestantse gemeente Augustinusga
 

zondag 21 augustus 2022 om 11.00

Augustinitsjerke
Voorganger(s): Ds. E. Rooseboom

 

THEMA: Het laatste oordeel (liturgische kleur: groen; geen kinderkerk)


Orgelspel

 

Welkom en mededelingen door de ovd (svp tevens lector) 

 

(staand) Aanvangslied/psalm 119: 28 en 45 en 62

28 Uw hand, HEER, heeft mijn leven toebereid, geef mij verstand, dat ik uw wijsheid lere; zij die U vrezen zijn oprecht verblijd dat ik mijn hoop stel op uw woord, o HERE;

ik weet, uw oordeel is gerechtigheid, trouw is de staf waarmee Gij zult regeren.

 

45 Uw banvloek treft wie niet uw woord bewaart, zijn leugentaal keert ledig tot hem weder. Maar ik heb lief al wat Gij openbaart. Gij zuivert d'aard, verdelgt de overtreder.

Wanneer uw oordeel door de wereld vaart buig ik, o HEER, mij huivrend voor U neder.

 

62 Zevenmaal daags zeg ik uw goedheid dank, rechtvaardig is uw wet en mij ten zegen.

Dit geeft mijn loflied innigheid en klank. Zij die uw wet beminnen, gaan uw wegen.

Zij wandlen voort in vrede, vrij en frank, geen struikelblok, geen onheil houdt hen tegen.

 

Bemoediging en groet

 

Stil gebed en drempelgebed

 

Inleiding op het thema

 

Lied 751:  1 t/m 5 wisselzang a-v-a-m-a (gezang 63) 

A 1 De Heer verschijnt te middernacht! Nu is nog alles stil,

maar zalig hij die toch reeds wacht en Hem begroeten wil.

 

V 2 Want ook als niemand naar Hem vraagt noch in zijn dag gelooft,

zijn komst wordt door geen macht vertraagd: Hij heeft het zelf beloofd.

 

A 3 Wie waakt er als een trouwe knecht, zijn Meester toegedaan,

dat als de Heer komt om zijn recht hij voor Hem kan bestaan?

 

M 4 Zijn onze lampen wel gereed en branden ze wel goed,

zodat, als Christus binnentreedt, Hij waardig wordt begroet?

 

A 5 De Heer verschijnt te middernacht! Nu is nog alles stil.

Zalig, die toch geduldig wacht en Hem begroeten wil.

 

Gebed voor de wereld

 

Loflied 755: 1 en 2 (gezang 297) 

1 Toch overwint eens de genade, en maakt een einde aan de nacht.

Dan onderwerpt de Heer het kwade, dan is de strijd des doods volbracht.

De wereld treedt in 's Vaders licht, verheerlijkt voor zijn aangezicht.

 

2 O welk een vreugde zal het wezen, als Hem elk volk is toegedaan.

Uit aard' en hemel opgerezen, vangt dan het nieuwe loflied aan,

als ieder voor de Heer zich buigt en aller stem Gods lof getuigt.

 

Gebed voor de lezing

 

BGT Matteüs 25: 31-46 De Mensenzoon oordeelt de volken en maakt 2 groepen 

 

LECTOR 31 Jezus zei: ‘Als de Mensenzoon komt, zal het zo gaan: Hij komt met alle engelen uit de hemel. En hij zal als koning op zijn troon gaan zitten. 32 Dan worden alle mensen van de wereld bij hem gebracht. Hij zal de mensen verdelen in twee groepen. Net zoals een herder zijn kudde verdeelt in schapen en bokken. 33 De Mensenzoon zet de ene groep mensen aan zijn rechterkant en de andere groep mensen aan zijn linkerkant. 34 Dan zal de Mensenzoon tegen de mensen aan zijn rechterkant zeggen: ‘Kom, de nieuwe wereld is voor jullie. Want mijn Vader heeft het echte geluk voor jullie bestemd. Dat was al de bedoeling vanaf de schepping. 35 Want toen ik honger had, gaven jullie mij te eten. Toen ik dorst had, gaven jullie mij te drinken. Toen ik een vreemdeling was, namen jullie mij in huis.36 Toen ik naakt was, gaven jullie mij kleren. Toen ik ziek was, zochten jullie mij op. Toen ik gevangen was, kwamen jullie naar mij toe.’ 37 Dan zullen die goede mensen zeggen: ‘Maar Heer, wanneer is dat gebeurd? Wanneer had u honger en gaven we u te eten? Wanneer had u dorst en gaven we u te drinken? 38 Wanneer was u een vreemdeling en namen wij u in huis? Wanneer was u naakt en gaven we u kleren? 39 Wanneer was u ziek of gevangen, en kwamen wij naar u toe?’ 40 Dan zal de Mensenzoon tegen hen zeggen: ‘Luister goed naar mijn woorden: Elke keer dat jullie iets goeds deden voor één van de gelovigen die hier naast mij staan, deed je iets goeds voor mij.’

 

41 Daarna zal de Mensenzoon tegen de mensen aan zijn linkerkant zeggen: ‘Jullie zullen worden gestraft. Ga weg, naar het eeuwige vuur dat bedoeld is voor de duivel en zijn dienaren. 42 Want toen ik honger had, gaven jullie mij niet te eten. Toen ik dorst had, gaven jullie mij niet te drinken. 43 Toen ik een vreemdeling was, namen jullie mij niet in huis. Toen ik naakt was, gaven jullie mij geen kleren. Toen ik ziek was en toen ik gevangen was, hebben jullie mij niet opgezocht.’ 44 Dan zullen ook die mensen zeggen: ‘Maar Heer, wanneer is dat gebeurd? Wanneer had u honger en gaven we u niet te eten? Wanneer had u dorst en gaven we u niet te drinken? Wanneer was u een vreemdeling en namen wij u niet in huis? Wanneer was u naakt en gaven we u geen kleren? Wanneer was u ziek of gevangen, en hebben wij niet voor u gezorgd?’ 45 Dan zal de Mensenzoon tegen hen zeggen: ‘Luister goed naar mijn woorden: Elke keer dat jullie niets deden voor één van de gelovigen die hier naast mij staan, deed je niets voor mij.’ 46 Die mensen krijgen de eeuwige straf. Maar de goede mensen krijgen het eeuwige leven.’

 

Lied 748: 1 t/m 7 wisselzang a-v-m-a-v-m-a (gezang 279)

A 1 Het duurt niet lang meer tot de tijd van Christus aan zal breken,

en Hij in grote heerlijkheid het oordeel uit zal spreken. Het lachen is dat uur gedaan, 

als alles zal in vuur vergaan, naar Petrus heeft geschreven.

 

V 2 Dan klinken de bazuinen luid tot aan de verste kimmen.

Dan zullen alle doden uit hun smalle graven klimmen. Maar die nog op de aarde gaan, die zal de Heer van stond af aan tot nieuwe mensen maken.

 

M 3 Als Hij het boek geheven houdt en leest wat staat geschreven,

wat ieder mens zo jong als oud op aarde heeft bedreven, hoort ieder mens Hem bevend aan, hoort ieder wat hij heeft gedaan de dagen van zijn leven.

 

A 4 Wee dan de mens die enkel heeft het aardse goed verkoren,

niet bij des Heren woord geleefd, de hemel heeft verloren. Hij zal voorgoed ter zijde staan, met satan mede moeten gaan, van Christus af, in 't duister.

 

V 5 O Jezus, help mij dan ter tijd terwille van uw wonden, 

dat in het boek der zaligheid  ook mijn naam wordt gevonden. Ik koester ook geen twijfel meer, ik weet ook wel, getrouwe Heer, dat Gij hebt overwonnen.

 

M 6 Sta daarom eenmaal in voor mij, als Gij terug zult komen.

Lees in uw boek en spreek mij vrij en stel mij bij uw vromen. Opdat ik met mijn broeders mag de hemel ingaan op die dag. Gij doet hem voor ons open.

 

A 7 Heer Jezus, ach wat duurt het lang tot aan die dag der dagen.

Zie ons op aarde klein en bang, bezocht door duizend plagen.

Kom Rechter in uw majesteit in uw genade, kom, bevrijd ons van het kwade. Amen.

 

Preek: Twee groepen…………………… Waar horen wij bij?

 

Lied 747: 1 t/m 4 + 8 wisselzang a-v-a-v-a (gezang 288)

A 1 Eens komt de grote zomer waarin zich 't hart verblijdt. God zal op aarde komen

met groene eeuwigheid. De hemel en de aarde wordt stralende en puur.

God zal zich openbaren in heel zijn kreatuur.

 

V 2 Geen woord kan het bereiken, het is aan niets gelijk, met niets te vergelijken

dat schone koninkrijk. Als God zich openbaren zal op de jongste dag

dan zullen wij ervaren wat Hij met ons vermag.

 

A 3 Dan zien wij met verblijden Hem die ons hart beleed, de Heer die door zijn lijden

de hemel opendeed en alle patriarchen met de profeten saam,

apostlen, martelaren, verlosten in zijn naam.

 

M 4 Ook ons zal God verlossen uit alle pijn en nood, van 't woeden van de boze,

van 't vrezen voor de dood, van aarzelen en klagen, verdriet en bitterheid,

van alles wat wij dragen, van 't lijden aan de tijd.

 

A 8 Dan zal het loflied schallen rondom de gouden troon, dan heffen wij daar allen

met grote vreugde aan: lof zij en eer en sterkte de Vader en de Zoon,

de Geest om al zijn werken zij lof van nu voortaan.

 

Slotgebed: voorbeden, stil gebed, Onze Vader

 

Collecte onder orgelspel of bij de uitgang?

 

(staand) Slotlied 749: 1 en 3 (gezang 262)

1 `Op, waakt op!' zo klinkt het luide. Wat wil dit roepen toch beduiden, gij torenwachters van de tijd? `Middernacht is aangebroken, zijn uwe lampen wel ontstoken, 

gij maagden, die de Heer verbeidt? Gij slapenden, ontwaakt, de Bruidegom genaakt! 

Halleluja, nu opgestaan! Het feest breekt aan; gij moet Hem ijlings tegengaan.'

 

3 Laat ons U ter ere zingen met allen, die uw troon omringen, één koor van mens' en englenstem! Paarlen zijn der poorten bogen, die nederdalen uit den hogen: het hemelse Jeruzalem. Geen oog heeft ooit begroet, geen hart heeft ooit vermoed zulk een vreugde.

Zo juichen wij en roemen blij de glorie van uw heerschappij!

 

Zending en zegen, beantwoord met gezongen Amen 

 

Orgelspel


 

terug
 
 

Inloggen

Tsjerkegebouw
datum en tijdstip 01-12-2024 om 11.00
meer details

 
Blijf op de hoogte

meer
 
Besloten gedeelte




  meer
 
Classis Fryslân, gemeente zijn kun je niet in je eentje.
meer
 
Contact gegevens

Adressen en telefoonnummers
 
 
Huur de kerk of 't Gebou


     
huur de kerk 0512-352425 (overdag) 0512-352353 (s'avonds)
huur het gebouw 06-53665098 Joop de Vries, beheerder
 
Like PKN Augustinusga

 op facebook!
 
 
Privacyverklaring

  meer
 
Filmpje Tsjerkepaad

 
 
   
  Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.