zondag 30 oktober 2022
om 9.30
Tsjerkegebouw
Voorganger(s): Ds. E. Rooseboom
Orgelspel
Welkom/mededelingen door de o.v.d.
(staand) Aanvangslied 898: Lutherlied
melodie = gezang 401)
1 Een vaste burcht is onze God, een wal die 't kwaad zal keren; zijn sterke arm houdt buiten schot wie zich niet kan verweren. De vorst van het kwaad, de aartsvijand staat
geharnast in 't veld; in list en in geweld kan geen hem evenaren.
2 Al onze macht is ijdelheid: wij gaan terstond verloren, wanneer de held niet voor ons strijdt, die God heeft uitverkoren. Zo gij 't nog niet wist: Jezus Christus is 't, de Heer van 't heelal, die overwinnen zal, - God zelf staat ons terzijde.
3 Al wordt de wereld ook een hel en 't leven niets dan lijden, wij vrezen niet, - Immanuël zal stellig ons bevrijden. Hoe satan ook woedt en wat hij ook doet, 't is machteloos geweld, zijn vonnis is geveld. Eén woord, en hij moet vallen.
4 Gods heilig woord alleen houdt stand, Gods waarheid zal ons staven. Hij leidt ons en met milde hand schenkt Hij zijn geestesgaven. Al rooft de tyran ons wat hij maar kan,
ons goed en ons bloed, - laat hem zijn overmoed! Gods rijk blijft ons behouden.
Groet en drempelgebed in wisselspraak met de gemeente
v: Onze hulp is in de naam van de Eeuwige
a: die hemel en aarde gemaakt heeft
v: U die ons kent, die ons hoort en weet wat in ons leeft
a: U die ons geschapen heeft naar Uw beeld
v: U die ons leert hoe mensen voor elkaar te winnen zijn
a: Breng aan het licht de mensen die wij kunnen zijn.
v: Eeuwige God, voor U liggen alle harten open
Schep in ons en rein hart en schenk ons Uw Heilige Geest
zodat wij U en onze naaste van harte liefhebben
a: door het volgen van Jezus Christus onze Heer, Amen
Korte inleiding op het thema “Bijbelzondag” (Els: staat voor de preek)
Danklied NLB 823: 1 en 4 (gezang 480)
1 Gij hebt, o Vader van het leven, de aarde aan de mens gegeven,
het land, de zee is zijn domein. Gij hebt hem aan het woord doen komen
om tussen werkelijkheid en dromen getuige van uw Geest te zijn.
4 Door een geheimenis omsloten, door alle dingen uitgestoten,
gaat hij op alle dingen in. Alleen uw woord geeft aan zijn falen,
zijn rusteloos zoeken en verdwalen een onuitsprekelijke zin.
Kyriëgebed in wisselspraak met de gemeente
v: Heer, ontferm U over ons en maak ons tot mensen naar het beeld van uw Zoon:
v: met ogen die niet alleen kijken,
a: maar ook kunnen aanzien,
v: met oren die niet alleen horen,
a: maar ook kunnen luisteren,
v: met een mond die niet alleen praat,
a: maar ook kan aanspreken,
v: met een verstand dat niet alleen begrijpt,
a: maar ook kan verstaan,
v: met een hart dat niet alleen klopt,
a: maar ook bewogen kan zijn,
v: met handen die niet alleen grijpen,
a: maar zich ook kunnen openen,
v: met voeten die niet alleen draven
a: maar ook tegemoet kunnen komen,
v: Heer ontferm U over ons,
want alleen zo zijn wij gezegend en elkaar tot een zegen. a: Amen.
Lied 802: 1 en 3 / E.L. 263 (svp voorspelen)
1.Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort:
"Breek uw tent op, ga op reis naar het land, dat Ik u wijs."
Refrein: Here God, wij zijn vervreemden door te luist' ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.
3.Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had.
Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem het woord verstaan. Refrein:
Gebed voor de lezing
Kinderlied: Lees je bijbel, bid elke dag. https://www.youtube.com/watch?v=EgMZPiQnJCY
LECTOR 1e Lezing BGT (Bijbel Gewone Taal): Exodus 20: 1-17
Tien belangrijke regels. 1 God gaf de Israëlieten de volgende belangrijke regels.
Regels over het vereren van God. Hij zei: 2‘Ik ben de Heer, jullie God. Ik heb jullie uit Egypte weggehaald, en bevrijd uit de slavernij. 3 Vereer geen andere goden. Vereer alleen mij. 4 Maak geen beeld van een mens, of van een dier dat in de lucht, op het land of in het water leeft. 5 Je mag geen beelden vereren of ervoor knielen. Want ik, de Heer, ben jullie God. Ik wil niet dat jullie andere goden dienen. Als iemand mij ontrouw is en andere goden gaat dienen, zal ik hem straffen. Dan straf ik hem en ook zijn nakomelingen, tot en met de vierde generatie. 6 Maar als iemand mij liefheeft en zich aan mijn regels houdt, zal ik goed voor hem zijn. Ik zal ook goed zijn voor zijn nakomelingen, zelfs voor de duizendste generatie. 7 Spreek mijn naam niet zomaar uit, zonder nadenken. Als iemand dat toch doet, zal ik hem straffen. 8 Vier de sabbat, want dat is een bijzondere dag. 9 Zes dagen mogen jullie werken en bezig zijn met alles wat je moet doen. 10 Maar de zevende dag is een dag die voor mij bestemd is. Dan mag je niet werken. Ook je zoon, je dochter, je slaaf en je slavin mogen niet werken. Je dieren mogen niet voor je werken. En ook de vreemdelingen die in jullie steden wonen, mogen niet werken. 11 Ik heb in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat daar leeft. Maar ik rustte op de zevende dag. Daarom heb ik de zevende dag gezegend. Ik heb er een heilige dag van gemaakt. Regels over het omgaan met anderen. 12 Heb respect voor je vader en je moeder. Dan zul je lang leven in het land dat ik je zal geven. 13 Vermoord niemand. 1 Ga niet vreemd. 15 Steel niet. 16 Vertel bij de rechter geen leugens over iemand. 17 Verlang niet naar iets dat van een ander is. Blijf af van zijn huis, zijn vrouw, zijn slaaf of slavin, zijn koe of zijn ezel, en van al zijn bezit.’
Lied 321: 1, 2 en 4 (gezang 325)
1 Niet als een storm, als een vloed, niet als een bijl aan de wortel
komen de woorden van God, niet als een schot in het hart.
2 Maar als een glimp van de zon, een groene twijg in de winter,
dorstig en hard deze grond, zo is het koninkrijk Gods.
4 Kinderen armen van geest, mensen gelouterd tot vrede
horen de naam in hun hart, dragen het woord in hun vlees.
2e Lezing BGT: Psalm 119: 105-119 (Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad)
105 Uw woorden zijn voor mij als een lamp in het donker, als een licht in mijn leven.
106Ik zal me houden aan uw goede wetten, dat beloof ik plechtig.
107 Heer, ik moet zo veel lijden. Houd mij in leven, zoals u beloofd hebt.
108 Heer, neem mijn danklied aan, en leer mij wat uw regels zijn.
109 Steeds ben ik in gevaar, maar uw wet vergeet ik niet.
110 Ik doe precies wat u van mij wilt, ook al proberen slechte mensen mij te grijpen.
111 Ik heb alleen maar uw woorden, en daar ben ik heel blij mee. Dat is mijn enige bezit, voor altijd.
112 Ik wil graag doen wat u van mij vraagt, mijn hele leven lang. Bij u ben ik veilig
113 Mensen die niet voor u kiezen, kunnen mijn vrienden niet zijn. Ik heb uw wet lief.
114 Bij u ben ik veilig, u beschermt me. Ik hoop dat u doet wat u beloofd hebt.
115 Ik zeg tegen slechte mensen: ‘Ga weg!’ Want ik wil alleen doen wat u van mij vraagt.
116 Heer, help mij, zoals u beloofd hebt. Dan zal ik leven. Help me toch!
117 Heer, geef me kracht, help me om steeds op uw regels te letten.
118 Mensen die niet doen wat u wilt, die alleen maar liegen, die houdt u ver bij u vandaan.
119 U laat slechte mensen van de aarde verdwijnen alsof ze afval zijn. Daarom heb ik uw woorden lief.
Lied 317: 1 en 2 (gezang 329)
1 Grote God, Gij hebt het zwijgen met uw eigen, met uw lieve stem verstoord.
Maak de weg tot U begaanbaar, wees verstaanbaar; spreek Heer, uw gemeente hoort.
2 Heer, uw boodschap staat geschreven, ons ten leven, maak uw schrift het levend woord. Zie het boek van uw behagen opgeslagen; spreek Heer, uw gemeente hoort
Preek: De Bijbel, wat een boek!!!
Antwoordlied 538: 1 en 4 (gezang 172)
1 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid, is leven van de woorden die opgeschreven staan en net als Jezus worden, die 't ons heeft voorgedaan.
4 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, dat is de Geest aanvaarden die naar het leven leidt; de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan, dat is op deze aarde de duivel wederstaan.
Slotgebed in wisselspraak met de gemeente
v: Heer, maak ons een instrument van uw vrede.
v: Waar haat het hart verscheurt,
a: laat ons liefde brengen.
v: Waar wordt beschuldigd,
a: laat ons vergeving schenken.
v: Waar verdeeldheid mensen van elkaar vervreemdt,
a: laat ons eenheid stichten.
v: Waar twijfel knaagt,
a: laat ons geloof brengen.
v: Waar dwaling heerst,
a: laat ons waarheid uitdragen.
v: Waar wanhoop tot vertwijfeling voert,
a: laat ons hoop doen herleven.
v: Waar droefheid neerslachtig maakt,
a: laat ons vreugde brengen.
v: Waar duisternis het zicht beneemt,
a: laat ons licht ontsteken.
v: Maak dat wij niet zozeer zoeken
om getroost te worden, als wel om te troosten.
Om begrepen te worden, als wel om te begrijpen.
Om bemind te worden, als wel om te beminnen.
Want wij ontvangen door te geven.
Wij vinden door onszelf te verliezen.
Wij krijgen vergeving door vergeving te schenken. a: Amen.
Collecte bij de uitgang
(staand) Slotlied 838: 1 t/m 4 (gezang 481)
1 O grote God die liefde zijt, o Vader van ons leven,
vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven.
Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld, klaar en rein.
Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren.
2 Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede,
dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede.
Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan
en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen.
3 Leer ons het goddelijk beleid der liefde te beamen,
opdat wij niet door onze strijd uw goede trouw beschamen.
Leg ons de woorden in de mond die weer herstellen uw verbond.
Spreek zelf door onze daden van vrede en genade.
4 Wij danken U, o liefde groot, dat Christus is gekomen.
Wij hebben in zijn stervensnood uw diepste woord vernomen.
Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht en het wordt overal volbracht
waar liefde wordt gegeven, wij uit uw liefde leven.
Zegen in wisselspraak met de gemeente
V: De Heer is voor u
A: Om ons de juiste weg te wijzen
V: De Heer is achter u
A: Om ons te bewaren voor het kwaad
V: De Heer is naast u
A: Om ons te beschermen
V: De Heer is onder u
A: Om ons op te vangen
V: De Heer is in u
A: Om ons te troosten
V: De Heer omgeeft u
A: als een muur
V: De Heer is boven u
A: Om ons te zegenen
V: Zó zegent u God, vandaag, morgen en in eeuwigheid!
A: 3x gezongen Amen
Orgelspel
|
|