zondag 25 december 2022
om 10.00
Augustinitsjerke
Voorganger(s): Ds. P.Beintema
Voor de dienst: lied 481: 1,2
Hoor, de engelen zingen de eer
van de nieuw geboren Heer!
Vrede op aarde, ’t is vervuld:
God verzoent der mensen schuld.
Voeg u, volken, in het koor,
dat weerklinkt de hemel door,
zing met algemene stem
voor het kind van Betlehem!
Hoor, de engelen zingen de eer
van de nieuwgeboren Heer!
481:2
Hij, die heerst op ’s hemels troon,
Here Christus, Vaders Zoon,
wordt geboren uit een maagd
op de tijd die God behaagt.
Zonne der gerechtigheid,
woord dat vlees geworden zijt,
tussen alle mensen in
in het menselijk gezin.
Hoor, de engelen zingen de eer
van de nieuwgeboren Heer!
Welkom en mededelingen
* Lied 477: 1,3,4
477:1
Komt allen tezamen, jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de vorst der engelen hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die koning.
477:3
Het licht van de Vader, licht van den beginne,
zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees:
goddelijk kind, gewonden in de doeken!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die koning.
477:4
O kind, ons geboren, liggend in de kribbe,
neem onze liefde in genade aan!
U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die koning.
Stil gebed, bemoediging en groet
Gebed
Jesaja 7: 14 en Jesaja 9: 5
Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen.
Een kind is ons geboren,
een zoon is ons gegeven;
de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman,
Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst.
Liet 489: 1,2
489:1
1 Yn djippe nacht lit Hy him kenne,
sjoch no de moarnsstjer strieljend stean!
In minskebern is foar ús berne,
‘God sil ús rêde’ wurdt Er neamd.
Untslút dyn hert en leau dyn eagen,
fertrou dy ta oan watsto sjochst:
it wurd fan God fan fier omhegen
hat hjir as minske_in wenplak socht.
2 Gjin tekens dy’t ús stypje kinne,
gjin ljocht yn al ús tsjusternis
as dizze minske, Hy allinne,
God dy’t ús broer en neiste is.
Sjong foar jim God, Hy iepenbiere
yn Jezus hoe’t Hy fan ús hâldt.
Al ’t skepsel mei it heil aanst fiere,
de ierde wurdt in nije wrâld.
Matteüs 1: 22-23
Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: 23 ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’.
Lied 473: 1,3
473:1
Er is een roos ontloken
uit barre wintergrond,
zoals er was gesproken
door der profeten mond.
En Davids oud geslacht
is weer opnieuw gaan bloeien
in ’t midden van de nacht.
473:3
Die bloem van Gods behagen
heeft, naar Jesaja sprak,
de winterkou verdragen
als allerdorste tak.
O roos als bloed zo rood,
God komt zijn volk bezoeken
in ’t midden van de dood.
Kinderkerk
Zingen:
Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht
dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht
en Hij wenst dat ieder tot zijn ere schijn’
jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn
Jezus zegt dat Hij ieders kaarsje ziet
of het helder licht geeft of ook bijna niet
Hij ziet uit de Hemel of wij lichtjes zijn
jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn
Schriftlezing: Lucas 2: 1-7
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4-5
Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde. 6Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.
* lied 476: 1
476:1
Nu zijt wellekome,
Jesu, lieve Heer,
Gij komt van alzo hoge,
van alzo veer.
Nu zijt wellekome
van de hoge hemel neer.
Hier al op dit aardrijk
zijt Gij gezien nooit meer.
Kyrieleis.
Bloemschikking
Lucas 2: 7
...en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.
Gezang 141: 1,2
Ik kniel aan uwe kribbe neer,
o Jezus, Gij mijn leven!
Ik kom tot U en breng U, Heer,
wat Gij mij hebt gegeven.
O, neem mijn leven, geest en hart,
en laat mijn ziel in vreugd en smart
bij U geborgen wezen.
2 Voor ik als kind ter wereld kwam,
zijt Gij voor mij geboren.
Eer ik een woord van U vernam,
hebt Gij mij uitverkoren.
Voor dat uw hand mij heeft gemaakt,
werd Gij een kindje, arm en naakt,
hebt Gij U mij gegeven.
Schriftlezing: Lucas 2: 8-14
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ 13En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:
14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel
en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.’
* lied 478: 1,4
478:1
Komt, verwondert u hier, mensen,
ziet, hoe dat u God bemint,
ziet vervuld der zielen wensen,
ziet dit nieuwgeboren kind!
Ziet, die ’t woord is, zonder spreken,
ziet, die vorst is, zonder pracht,
ziet, die ’t al is, in gebreken,
ziet, die ’t licht is, in de nacht,
ziet, die ’t goed is, dat zo zoet is,
wordt verstoten, wordt veracht.
478:4
O Heer Jesu, God en mense,
die aanvaard hebt deze staat,
geef mij wat ik door U wense,
geef mij door uw kindsheid raad.
Sterk mij door uw tere handen,
maak mij door uw kleinheid groot,
maak mij vrij door uwe banden,
maak mij rijk door uwe nood,
maak mij blijde door uw lijden,
maak mij levend door uw dood!
Overdenking
* lied 483
483:1
Stille nacht, heilige nacht!
Davids zoon, lang verwacht,
die miljoenen eens zaligen zal,
wordt geboren in Betlehems stal,
Hij, der schepselen Heer,
Hij, der schepselen Heer.
483:2
Hulploos kind, heilig kind,
dat zo trouw zondaars mint,
ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd,
wordt Ge op stro en in doeken gelegd.
Leer me U danken daarvoor.
Leer me U danken daarvoor.
483:3
Stille nacht, heilige nacht!
Vrede en heil, wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld;
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij eer!
Amen, Gode zij eer!
Gebeden
Collecte
* lied 481: 2,3
2 Hy, mei himelsk ljocht omklaaid,
Kristus, Hear yn ivichheid,
is op Gods tiid by ús kaam,
berntsje fan in jonge faam.
Hy dy’t – wûnder heimenis –
mei ús minske wurden is,
út ’e himel kaam Er del
Jezus, ús Immanuël.
Hark, de ingels sjonge de_ear
fan de_op ierde berne Hear!
3 Lof oan Him dy’t ivich is
sinne yn ús tsjusternis,
dy’t befrijt fan pine_en lêst
en ús troch syn wurd genêst.
Dy’t syn gloarje ôflein hat,
dat by ús it wûnder bart,
dat we_oerwinne sûnde_en dea
en nij berne fierder gean.
Hark, de ingels sjonge de_ear
fan de_op ierde berne Hear!
Heenzending en zegen
Ere zij God
|