zondag 13 augustus 2023
om 9.30
Augustinitsjerke
Voorganger(s): Ds. E.Rooseboom
Orgelspel / Lied voor aanvang van de dienst 786: 1 t/m 3 (Wij zingen)
Welkom en mededelingen door de o.v.d.
Aanvangslied (staand) 274: 1 t/m 3
1.Wij komen hier ter ere van uw naam rond de verhalen die geschreven staan,
wij schuilen weg als vogels in het riet, zoekend naar warmte, naar een ander lied.
2.Ontferm U God, kyrie eleïson, wees ons nabij, kijk speurend naar ons om,
kom met uw vrede, uw barmhartigheid, zonder U raken wij de liefde kwijt.
3.Wij zingen samen van uw gloria, dank voor het leven, dank U voor elkaar,
geef ons uw geestdrift, vuur ons leven aan, leg zo uw glimlach over ons bestaan.
Bemoediging en groet
Stil gebed en drempelgebed
Inleiding op het thema: Ouderdom
Lied/Psalm 92: 7 en 8 (aub voorspelen)
7. Zoals de cederbomen / hoog op de Libanon,
staan bij de levensbron / de nederige vromen.
Die in Gods huis geplant zijn, / zij bloeien in Gods licht
als palmen opgericht. / Hun lot zal in zijn hand zijn.
8. Zij zullen vruchten dragen / voor 's HEREN heiligdom
tot in hun ouderdom, / tot in hun grijze dagen.
Welsprekend is hun leven: / God is hun heil, hun rots!
Ik loof de daden Gods, / zijn recht is hoog verheven.
Gebed voor de wereld
Loflied/psalm 92: 1 en 2
1. Waarlijk, dit is rechtvaardig / dat men den HERE prijst,
dat men Hem eer bewijst: / zijn naam is eerbied waardig.
Wij loven in de morgen / uw goedertierenheid,
ook als de nacht zich spreidt / houdt ons uw hand geborgen.
2. Gezegend zal Hij wezen / die ons bij name riep,
die zelf de adem schiep / waarmee Hij wordt geprezen;
laat alom musiceren, / met stem en instrument,
maak wijd en zijd bekend / de grote naam des HEREN.
Gebed voor de lezing
Lezing NBV 21 Psalm 71: 1-18 (De aanwezigheid van God in de ouderdom)
1 Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande,
2 red en bevrijd mij, doe mij recht, hoor mij en kom mij te hulp.
3 Wees de rots waarop ik kan wonen, waar ik altijd heen kan gaan. U hebt mijn redding bevolen, mijn rots en mijn burcht, dat bent u.
4 Mijn God, bevrijd mij uit de hand van schurken, uit de greep van wrede onderdrukkers.
5 U bent mijn enige hoop, HEER, mijn God, van jongs af vertrouw ik op u.
6 Al vanaf mijn geboorte steun ik op u, al in de moederschoot was u het die mij droeg, u wil ik altijd loven.
7 Voor velen ben ik een teken, u bent mijn veilige schuilplaats.
8 Heel de dag is mijn mond vervuld van uw lof en uw luister.
9 Verstoot mij niet nu ik oud word, verlaat mij niet nu mijn kracht bezwijkt.
10 Mijn vijanden spreken over mij, ze loeren op mij en spannen samen,
11 ze zeggen: ‘God heeft hem verlaten, jaag hem op, grijp hem, niemand die hem redt.’
12 God, blijf niet ver van mij, mijn God, kom mij haastig te hulp,
13 laat mijn tegenstanders van schaamte bezwijken, laat
wie mijn ongeluk zoeken, met schande worden bedekt.
14 Ik blijf naar u uitzien, altijd, u lof brengen, meer en meer.
15 Mijn mond verhaalt van uw gerechtigheid, van uw reddende daden, dag aan dag, hun aantal kan ik niet tellen. 16 Spreken zal ik over uw macht, HEER, mijn God,
de rechtvaardigheid roemen van u alleen.
17 God, u onderwees mij van jongs af aan,
en nog steeds vertel ik uw wonderen.
18 Nu ik oud en grijs ben, verlaat mij niet, o God, zodat ik het nageslacht, elk nieuw kind, kan verhalen van de macht van uw arm.
|
|
|
Lied/psalm 148: 4 en 5
4. Al wat op berg en heuvels leeft, gij bomen die uw vruchten geeft,
gij bossen met uw opgaand hout, gij wild en vee in veld en woud,
vogels die onbezwaard kunt zingen, mensen en dieren, stervelingen,
alles wat levensadem heeft, weest nu verblijd omdat gij leeft!
5. Koningen die op aarde troont, en natiën die rondom woont,
gij rechters met uw ambt bekleed, gij vorsten tot het recht gereed,
gij jongemannen en gij maagden, gij kinderen en hoogbedaagden,
mensen in ouderdom en jeugd, verhoogt de HEER en wees verheugd!
Preek over de oude dag
Antwoordlied 905: 1, 3 en 4
1. Wie zich door God alleen laat leiden, enkel van Hem zijn heil verwacht,
weet Hem nabij, ook in de tijden die dreigend zwart zijn als de nacht.
Want wie op God alleen vertrouwt, heeft nooit op zand zijn huis gebouwd.
3. Laat dan uw stilte ook uw kracht zijn en leef uw leven opgewekt.
Laat Gods genade u genoeg zijn, die voor u uit zijn sporen trekt.
Hij is het zelf die ons voorziet; wat ons ontbreekt, ontgaat Hem niet.
4. Zing maar en bid, en ga Gods wegen, doe wat uw hand vindt om te doen.
Weet dat de hemel zelf u zegent, u brengt naar weiden fris en groen.
Wie zich op God alleen verlaat, weet dat Hij altijd met ons gaat.
Slotgebed, stil gebed en Onze Vader
Collecte
Slotlied (staand) 903: 3, 4 en 5
3. In het duister van de tijden ben ik nooit alleen geweest, want God gaf mij ten geleide op mijn wegen woord en Geest. Ja, de Heer doet mij geloven, Hij ontstak in mij het licht van het innerlijk gezicht, dat zal dood noch duivel doven.
Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.
4. Wat mijn ogen ooit ontwaarden droeg het merk van Gods beleid; Hij heeft hemel, zee en aarde om mijn bestwil toebereid. Dieren, kruiden uitgelezen, alle vrucht aan struik en boom, bronnen, vissen in de stroom, overal is 't goed te wezen.
Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.
5. Omdat Gij mijn hart doet branden, omdat Gij mij zo bemint, hef ik, Heer, tot U mijn handen: Vader, zie ik ben uw kind. Wil mij de genade geven, U te dienen, hier en nu; God die liefde zijt, aan U vast te houden, heel mijn leven,
tot ik U na deze tijd liefheb in der eeuwigheid.
Zending en zegen, beantwoord met gezongen Amen / Orgelspel
|