zondag 29 december 2024
om 9.30
Tsjerkegebouw
Voorganger(s): Ds. G. Borger
Thema: Opeens komt de Heer naar zijn tempel
Lied voor de dienst: Lied 474 : 1, 4 en 5 Loof God, gij christenen
Welkom en afkondigingen
Aanvangslied: Psalm 84 : 1, 3 en 6 Hoe lieflijk, hoe goed
Stil gebed - bemoediging - groet
Zingen: Klein Gloria
Leefregel:
Zingen: Psalm 40 : 3 Het is geen offervuur
Gebed
Eerste Schriftlezing: Mal. 2 : 17 - 3 : 10 (NBV21)
[17] Met jullie gepraat vallen jullie de HEER lastig, en dan vragen jullie: ‘Hoezo vallen wij Hem lastig?’ Door te zeggen: ‘Iedereen die kwaad doet, is goed in de ogen van de HEER, zulke mensen bevallen Hem.’ Of: ‘Waar is nu de God die rechtspreekt?’
[1] Let op, Ik zal mijn bode zenden, die voor Mij de weg zal effenen. Opeens zal Hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Komen zal Hij – zegt de HEER van de hemelse machten. [2] Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer Hij verschijnt? Hij is als het vuur van een edelsmid, als het loog van een wolwasser. [3] Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal Hij zuiveren en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offergaven brengen aan de HEER. [4] De offers van Juda en Jeruzalem zullen de HEER met vreugde vervullen, zoals in vroeger jaren, zoals in de dagen van weleer. [5] Ik zal naar jullie toe komen om recht te spreken, en Ik zal niet aarzelen te getuigen tegen tovenaars en echtbrekers, tegen mensen die meineed plegen en mensen die hun dagloners uitbuiten, en tegen allen die weduwen en wezen onderdrukken en vreemdelingen geen plaats gunnen, want geen van allen hebben zij ontzag voor Mij – zegt de HEER van de hemelse machten.
[6] Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jakob. [7] Jullie voorouders hielden zich al niet aan mijn geboden, en ook jullie doen dat niet. Keer terug naar Mij – zegt de HEER van de hemelse machten –, dan zal Ik naar jullie terugkeren; en jullie zeggen: ‘Hoezo moeten we terugkeren?’ [8] Vinden jullie dat een mens God mag bestelen? Toch bestelen jullie Mij, en zeggen dan: ‘Hoezo bestelen we U?’ Door de tienden en de andere heffingen achter te houden! [9] Jullie zijn vervloekt en nogmaals vervloekt, en toch blijft het hele volk Mij bestelen. [10] Stel Mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of Ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op je land laat neerdalen.
Zingen: Lied 439 : 1 en 3 Verwacht de komst des Heren
Tweede Schriftlezing: Lc. 2 : 22 - 35 (NBV21)
[22] Toen de tijd van hun onreinheid volgens de wet van Mozes ten einde was, brachten ze Hem naar Jeruzalem om Hem aan de Heer aan te bieden, [23] zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: ‘Elke eerstgeboren zoon moet aan de Heer worden toegewijd.’ [24] Ook wilden ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven.
[25] Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem. [26] Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de messias van de Heer zou hebben gezien. [27] Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met Hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, [28] nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden:
[29] ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan,
zoals U hebt beloofd.
[30] Want met eigen ogen heb ik de redding gezien
[31] die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken:
[32] een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
[33] Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over Hem werd gezegd. [34] Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël vanwege Hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat weersproken wordt, [35] en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’
Zingen; Gezang 68 : 1 en 2 (‘oude’ liedboek) Zo laat Gij, Heer, uw knecht
Uitleg en verkondiging
Zingen: Lied 967 : 1, 2, 4 en 6 Zonne der gerechtigheid
Dankgebed en voorbeden, gezamenlijk afgesloten met het Onze Vader
Inzameling van de gaven
Slotlied: ELB 186A : 1 en 2 Leid mij, Heer, o machtig Heiland
Zegen
Zingen: Amen, amen, amen
|