|
zondag 19 oktober 2025
om 11.00
Tsjerkegebouw
Voorganger(s): Ds. G. Borger
Thema: Micha-Zondag: Kijken door de ogen van onze Maker
Voorzang: Lied 213 : 1 en 2 Morgenglans der eeuwigheid
Welkom en afkondigingen
Aanvangslied: Psalm 139 : 1, 8 en 14 Heer, die mij ziet
Stil gebed - bemoediging - groet
Klein Gloria
Gebed
Leefregel: Leviticus 19 : 1-2; 9-10; 13-14; 33-34 (NBV21)
[1] De HEER zei tegen Mozes: [2] ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want Ik, de HEER, jullie God, ben heilig.
[9] Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. [10] En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God
[13] Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. [14] Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.
[33] Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. [34] Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God.
Inleiding op het thema
Openingstekst: Micha 6 : 8
Zingen: Lied 992 via YouTube Wat vraagt de Heer nog meer van ons
https://www.youtube.com/watch?v=x1FC58LRDvM
Eerste Schriftlezing: Psalm 10 uit de Bijbel in Gewone Taal
[1] Waarom bent U zo ver weg, Heer?
Waarom verbergt U zich in moeilijke tijden?
[2] Mensen die U niet trouw zijn,
onderdrukken mensen zonder macht.
Heer, laat slechte mensen zelf de pijn voelen
die ze anderen aandoen!
[3] Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze zijn trots op hun rijkdom,
maar ze zijn rijk geworden door te stelen.
Intussen vervloeken ze de Heer,
ze zeggen: ‘Ik heb God niet nodig.’
[4] Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze denken: Er is geen God,
dus hij kan me ook niet straffen.
[5] Alles wat ze doen, gaat goed.
Gods oordeel vinden ze niet belangrijk,
en ze lachen om kritiek van andere mensen.
[6] Ze denken: Ik ben sterk,
er zal met mij niets ergs gebeuren, nooit.
[7] Ze liegen en bedriegen,
ze zijn oneerlijk en gemeen.
[8] Ze verbergen zich op stille plaatsen.
Daar kijken ze om zich heen
of ze onschuldige mensen kunnen doden.
De hele dag kijken ze rond
of ze iemand kunnen doodslaan.
[9] Ze lijken op leeuwen, verstopt in de struiken,
klaar om andere dieren te vangen.
Zo vangen slechte mensen anderen,
zo vangen ze mensen zonder macht.
[10] Ze duwen hen op de grond
en ze trappen hen dood.
[11] Slechte mensen denken:
God let niet op.
Hij kijkt niet, Hij ziet niets.
[12] Kom, Heer, en help!
Vergeet zwakke en arme mensen niet.
[13] Hoe kan het toch
dat slechte mensen geen eerbied voor U hebben?
Hoe kan het toch dat ze zeggen:
‘God straft ons niet’?
[14] Maar U bent niet blind, God.
U ziet alle ellende en al het verdriet,
en U wilt altijd helpen.
U bent een steun voor mensen zonder macht,
U beschermt mensen voor wie niemand zorgt.
[15] Stop de macht van slechte mensen.
Straf hen, totdat er geen kwaad meer is.
[16] Want U bent koning voor eeuwig en altijd.
Mensen die U niet willen dienen,
jaagt U weg uit uw land.
[17] Heer, U hoort wat arme mensen vragen.
U hoort ze, U geeft ze kracht.
[18] U beschermt mensen die onderdrukt worden,
U helpt mensen voor wie niemand zorgt.
Niemand kan hen uit uw land wegjagen.
Zingen: Lied 152 : 2, 3 en 9 Niemand ter wereld is
Tweede Schriftlezing: Lucas 19 : 1 - 10 (NBV21)
[1] Jezus ging Jericho in en trok door de stad. [2] Er was daar een man die Zacheüs heette. Deze Zacheüs was hoofdtollenaar, en hij was erg rijk. [3] Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. [4] Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam. [5] Toen Jezus daarlangs kwam, keek Hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis verblijven.’ [6] Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. [7] Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ [8] Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Luister, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb afgeperst, zal ik het viervoudig vergoeden.’ [9] Jezus antwoordde: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. [10] De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’
Zingen: Lied 531 : 2 en 3 Jezus die langs de straten kwam
Uitleg en verkondiging
Zingen: ELB 402 : 1, 3, 4 en 6 Toen ik naar mijn naaste zocht
Kinderen komen in de kerk
Zingen: beamerlied …
Dankgebed en voorbeden
Inzameling van de gaven
Slotlied: Lied 422 : 1, 2 en 3 Laat de woorden
Zegen
Zingen: Amen, amen, amen
|